Hopi gebeurd!

30 maart 2010 - Kralendijk, Nederlandse Antillen

Eergisteravond zei ik het nog tegen Chris: Boi (Antoin) vergeet mij als we langer dan drie dagen geen contact hebben gehad. Dan moet ik hem, een soort van, herinneren aan mijn bestaan. Maar als dat dan eenmaal gelukt is, hoor ik er weer helemaal bij. Komende week wordt dan ook wederom een Boi-week. En dat is goed nieuws! Zondagmorgen vroeg werd ik opgehaald voor de wandeling naar een grot in 'Colombia'. Ruige natuur. Niks geen wandelpad: lijden zul je! Mijn voeten zijn doorboord met cactusnaalden, mijn benen en armen zitten onder de krassen en schrammen en alles wat ik die morgen aanhad (schoenen, kleding) is nu vies, kapot of beiden. Maar wel een fantastisch mooie en leuke wandeling gemaakt! Foto’s volgen. Boi leidt de wandelingen, maar hij wordt daarbij ondersteund door vrienden en kennissen. Zo is daar Leito, die na afloop van de lange en warme tocht klaarstaat met soep, fruit en water. Dan heb je leukste taak, want je faciliteert één van die ultieme geluksmomenten in een mensenleven. Elsmarie, tevens de director van Stinapa, fungeert als tolk voor de Nederlandse wandelaars. En dan lopen er nog een aantal mensen mee die de weg een beetje begaanbaar maken -met behulp van een kapmes- en die meisjes zoals ik helpen bij het verwijderen van naalden uit schoenzolen en benen.

Na de tocht raakte ik in gesprek met een zeer vriendelijke en innemende vrouw. Haar liefde voor het eiland werkte aanstekelijk en ze leek precies te begrijpen wat de bedoeling van mijn onderzoek/vraagstelling is. Na een tijdje schiet me pas te binnen wie ze is: Marugia Janga, gedeputeerde van Staatkundige Structuur en lid van de Partido Demokrátiko Boneriano. Dit is, kort gezegd, de partij (van Jopie Abraham) die tegen de integratie van Bonaire binnen Nederland is. Daar kun je van vinden wat je wilt. Goed, Marugia Janga staat dus voor mijn neus. Een buitenkansje. We praten even over normen en waarden op het eiland, het saamhorigheidsgevoel en de jeugd die geen interesse (meer) heeft in cultuur en folklore en alleen nog maar tegen elkaar op wil rijden in Tropical Rancho. Dat laatste zei Marugia niet, dat vertel ik jullie nu. :) Het klopt wat de boekjes zeggen: politici zijn gemakkelijk te vinden in deze “ons kent ons” gemeenschap. En dat heeft natuurlijk zijn voor- en nadelen.

Overigens erg toevallig dat ik zondagochtend aan de praat raak met Janga van de PDB, terwijl ik zaterdagmiddag naar een demonstratie tegen de ‘immorele’, maar wel aanstormende wetten voor Bonaire ben geweest. Deze wetten zijn respectievelijk erkenning van het homohuwelijk, euthanasie en abortus. Ik begaf me ruim voor aanvang van deze demonstratieoptocht naar het parkeerterrein vanwaar men van start zou gaan. Hier was de organisatie nog druk in de weer met spandoeken en geluidsinstallaties. Er had zich al wat publiek langs de kant van de weg geparkeerd. Letterlijk geparkeerd, wel te verstaan, want in plaats van stoeltjes nemen mensen hier vaak hun pick-up mee. Ik moet zeggen, verrotte handig! Maar goed, ik vormde natuurlijk een vreemd -op zijn minst een bijzonder- beeld, met mijn camera en mijn notitieblokje over het terrein heen struinend. Toen ik zeker wist dat iedereen zich had afgevraagd wie ik was, ben ik op de organisatie afgestapt om mezelf voor te stellen. George adopteerde me als ware ik zijn lang verwachte protégé. Ondersteund en bijgevallen door de “vijf dappere vrouwen” (zoals ze in de krant worden aangeduid) die de optocht bedachten en organiseerden, vertelt hij over zijn ideeën en gevoelens bij de plannen van de politiek ten aanzien van de integratie in Nederland en de invoering van al die onbijbelse toestanden. Het komt er op neer dat ze het niet willen. Het is in strijd met het woord van god en allemaal hebben ze de missie, zelfs de plicht, om zich te verzetten. Dergelijke wetten erkennen, zo besluit E., is exact hetzelfde als je cultuur en je samenleving te grabbel gooien. Iedereen die hart en liefde voor zijn/haar eiland en de Bonairiaanse cultuur heeft zou hier moeten zijn. Opvallend is dat het helemaal niet zo druk is. Er komen weliswaar wat mensen op de muziek af, maar de optocht zelf is niet zo groot. De organisatie verzekert mij dat ze politiek onafhankelijk zijn en alleen het woord van god verkondigen, maar niet iedereen die ik later spreek is hier even zeker van. Van Jimmy’s tante (Arleen) hoor ik later dat de anti-groep helemaal niet zo groot is, iets dat ik zelf al vermoedde. Daarnaast past demonstreren en jezelf explicitiet laten horen/uiten ook niet echt in 'de' Bonairiaanse cultuur.

Maar goed, ik ben dus geadopteerd. George probeert me een spandoek in mijn handen te duwen. Ik pak het niet aan en vertel George dat ik me liever bezig houd met het maken van foto’s en wat rondlopen. Dat respecteert hij. Het punt is dat ik hier enigszins onafhankelijk moet overkomen en een foto van Karin + spandoek (de enige makamba in de groep) komt natuurlijk zeker weten in de krant. En journalisten waren er overal. Bovendien heb ik moeite met de boodschap op het spandoek en vind ik elk argument waar het woord van god in voorkomt per definitie verdacht en nutteloos. Maar dat ter zijde. Totaal onrelevant. Mag ik ook eigenlijk niet zeggen als antropologe, waarschijnlijk mag ik het niet eens denken/vinden (maar ik doe het lekker toch).

Het was trouwens verder best een leuke optocht! Er werd meermaals uit volle borst gezongen (het volkslied), gebeden en zelfs twee minuten stilte gehouden voor Bonaire. Daarna liepen we achter een vrachtwagen vol muziek (waar het kerkkoor in zat) aan, door de straten van het centrum van Kralendijk. De menigte droeg legerkleding (“we zijn aan het vechten!”) of T-shirts met de Bonairiaanse vlag. De optocht eindigde op het Wilhelminaplein. Zeer, zeer, leuk en interessant onderzoeksmateriaal. Bovendien enorm leuk om eens meegemaakt te hebben.

Zondag was het weer feest. Jimmy’s oom Sydney kent iedereen, allerlei ‘soorten mensen’ naar eigen zeggen, en hij wordt veel gevraagd en uitgenodigd. Neefje Jimmy mag overal mee naartoe en inmiddels worden Sjoerd, Daniëlle en ik ook overal voor gevraagd. Jimmy vraagt het allang niet meer aan ons, maar stelt het simpelweg: “we hebben zondag een feest”. Ditmaal waren we bij trouwens bij Sunset beach, waar een Canadese kennis van Sydney haar verjaardag vierde. Er was drank, eten, muziek en een prachtige zonsondergang. ‘Iedereen’ was er. Dit wordt een gevleugelde uitspraak van me. Het is nogal snel op Bonaire dat ‘iedereen’ er is, want mensen rijden de hele dag over het eiland om ‘overal’ even te buurten, wat te drinken en te kletsen. Dus zodoende kom je vaak dagelijks dezelfde mensen tegen. Iedereen is natuurlijk niet iedereen, evenmin is overal overal. De hele dag is ook wat overdreven gesteld. Maar hopelijk begrijpen jullie wat ik ermee wil zeggen.

Na het feest ben ik thuis als een blok in slaap gevallen. Het weinige slapen, absurd vroege opstaan en de biertjes in de hete zon, beginnen hun tol te eisen. Ik heb me voorgenomen om tijdens mijn volgende wandeling met Boi een volle nacht slaap te pakken, en fris en fruitig door de natuur te banjeren en allemaal heel slimme vragen te stellen. Tot zover lukt me dat maar redelijk. Mijn specifieke onderzoeksvraag eist feitelijk ook dat ik me beweeg tussen verschillende mensen en groepen, contacten onderhoud, uiteenlopende activiteiten bijwoon en altijd en overal oren en ogen openhoud voor interessante weetjes en informatie. Dat lukt, maar in de praktijk komt het erop neer dat ik zo ongeveer vier verschillende levens leef.

Vandaag ben ik trouwens wezen snorkelen met Jan. Dat is inderdaad een naam die je verwacht bij een Hollandse haringhapper of iemand die in het weekend door de duinen struint of gaat wadlopen, maar Bonairiaanser dan Jan vind je ze niet. Geboren en getogen. Ik ontmoette Jan, een al wat oudere man, tijdens mijn eerste ochtend op het eiland en toen vertelde hij me over zijn activiteiten op Bonaire: vissen en snorkelen. Regelmatig neemt hij toeristen mee voor tripjes naar Klein Bonaire (het kleine eilandje bij Bonaire) door, wat hij noemt, zijn aquarium. Toen ik zaterdagmorgen op de visserspier met ‘m stond te kletsen, besloot ik dat het maar eens tijd werd voor een tripje. Vanmorgen was het dan eindelijk zover. Met de ferry trokken we richting Klein Bonaire. Ik was er vanuit gegaan dat Jan voor een bril en zwemvliezen gezorgd zou hebben, maar deze verwachting bleek maar deels uit te komen. Na wat geregel met de kapitein van de ferry was ik voorzien van alle benodigdheden. Jan had ondertussen handig wat contacten gelegd met de overige passagiers op de boot en zodoende was ik niet meer de enige toerist. Ik ben ook eigenlijk geen toerist, toch?

Even serieus, de onderwaterwereld rondom het kleine eiland is magnificant! Ongelooflijk mooi koraal en vissen -in alle kleuren, soorten en maten- zwemmen voorbij, soms in de gekste vormen. Net zo mooi als in Australië, ...niet gedacht zoiets ooit nog te kunnen zeggen. We zagen tal van schildpadden en regelmatig dook Jan de diepte in om een slapend exemplaar bij zijn lurven te pakken. Vervolgens kwam ‘ie dan boven om ons een kijkje van dichtbij te geven. Schildpadden bijten, …weet ik nu. Trouwens een grappig gezicht, een man met een schildpad. Je kunt er achter hangen, blijkt, door het schild bij de nek beet te pakken, en zo een stukje mee zwemmen. Zeer bijzonder. Uiteindelijk hebben we een kleine drie uur gesnorkeld, van alles gezien en beleefd, om vervolgens uitgeput (wij dan) op de ferry terug naar Kralendijk te varen. Jan wilde geen geld van me, maar had me gevraagd zijn ferryticket te betalen. Dat vond hij genoeg. Ik mocht voor Jan het tarief voor de locals betalen, dus een paar gulden, en dat zat me niet helemaal lekker. Ik besloot om hem te trakteren op een lunch bij het Buenos Aires Cafe en daar waren we beiden content mee. Heb er ook maar gelijk een verkapt interview van gemaakt! :) Jan zegt niks van de cultuur te weten, hij weet ook niet waarom hij al zijn leven lang een stip op zijn voorhoofd heeft staan. Of hij wil het me niet vertellen. Het maakt hem ook allemaal geen ene snars uit, zijn leven is op en in het water. Voor cultuur moet ik maar met al die slimme mensen gaan praten, besluit hij, met van die mensen die gestudeerd hebben enzo. Ik kijk ‘m aan. Bonairiaanser vind je ze niet. Ik moet denken aan een uitspraak van Boi Antoin, helemaal in beginsel van mijn onderzoek: “Cultuur is alles, …alles, alles is cultuur. Maar mensen snappen dat niet, die denken dat cultuur kunst en literatuur is, maar het is veel meer. Het is alles”.

“Maar Jan, jij bént toch ook de cultuur, of niet?”. Hij begint hard te lachen en blijft vervolgens een tijdje stil. “Ja, misschien is dat wel een klein beetje zo, misschien zijn we allemaal een klein beetje deel van de cultuur.”

Foto’s

5 Reacties

  1. marjan:
    30 maart 2010
    Hoi Karin, wat is je afstudeer onderwerp.
    zelf studeer ik museologie en heb een onderzoek gedaan naar waardestellingen over hoe particulieren hun historisch huis waarderen. kom overigens veel studenten tegen die een onderwerp in de carib hebben, architectuur en UNESCO, en ook een studente cult. antropologie hier die naar de bindende factor opzoek is bij de curacaoenaren.
    groet marjan ps woensdag tot vrijdag ben ik op Bonaire, ik ken nu je gezicht misschien zien we elkaar wel.
  2. lydia:
    30 maart 2010
    hoi karin
    wat een interessant stuk weer zeg
    ja je bent er in je eentje maar zeker niet alleen
    en dan nog die jan tja wie is er nou echt slim
    tot snel maar weer dikke xxxxx ook van kees
  3. kris en de rest:
    30 maart 2010
    Vind die meneer Jan toch wel een slimmerik,heeft ie toch goed bekeken zo!
    Leuk stuk weer. Geniet er iedere keer weer van.
    Kom maar snel met de volgende.
    Kus, Kroel, Kris en de rest xxx
  4. mamaria:
    30 maart 2010
    Hoi lieffie,

    Jeetje wat heb je weer veel meegemaakt. Ik moet je eerlijk zeggen moppie dat ik blij zal zijn als ik je weer in het echt een knuffel kan geven maar god wat zal ik jouw prachtige stukjes gaan missen. Oftewel, kom wel terug maar blijf schrijven.
    Dikke kus, knuffel en kroel (ook van je Pa)
    XXXXX
  5. Jan en Yvonne:
    2 april 2010
    Wat een geweldig verhaal weer en wat een belevenissen. Kus Yv.